Verstopt in het Veluwse dorpje Stroe staat een oude Zaadeest.
Op deze historische plek verzamelde Staatsbosbeheer jarenlang dennenappels. Deze dennenappels (kegels) gingen de kegelschuren in om gedroogd te worden. De kegels sprongen open en met het vrijgekomen zaad werden bossen aangeplant. Dit proces heet eesten, en was nodig, want er was bos nodig.
We spreken over begin 1900.
In verschillende delen van Nederland, met name op de Veluwe en in de duinstreek, werd stuifzand een gevaar voor de omgeving en kustverdediging. Er moest rap bos aangeplant worden. Er waren zaden nodig. Decennialang draaide de Zaadeest op volle toeren. De gedroogde zaden waren van hoge kwaliteit, en gingen de hele wereld over. In de jaren ’70 sloot de Rijkszaadeest haar deuren. Jarenlang kwam er niemand meer.
Tot nu.
De deuren zijn weer geopend, het licht valt weer naar binnen. Het ambacht wordt nieuw leven ingeblazen. Dennenappels liggen weer te drogen, het zaad wordt opgevangen, bossen worden weer aangeplant. Want, hoewel om andere redenen, zijn nieuwe bossen vandaag de dag hard nodig.
En die overgebleven kegel dan? Die vindt zijn bestemming in de fles van deze zuivere gin. Kegel. Een lokale drank gebaseerd op de elementen van de Veluwse natuur. Op hout gestookt, ter plekke in de Rijkszaadeest. Iedere verkochte fles gin zorgt voor één vierkante meter bosgrond.
De cirkel is weer rond.